Frontpage Hero

1895 men

Maak een afspraak: 0651-21 81 62

De Gooische Broederschap

Wij zijn sinds 1896 een reguliere vrijmetselaarsloge in Hilversum. Daarmee zijn wij de oudste loge in het Gooi. "Regulier" wil zeggen dat wij erkend worden door het "Grootoosten der Nederlanden", dat op zijn beurt weer wordt erkend door de "United Grand Lodge of England".

Wij vormen een actieve vrijmetselaarsloge met 32 leden.  We proberen van elkaar te leren, en zo onze "geest en gemoed" te ontwikkelen. We hanteren daarbij de "maçonnieke methode", dat wil zeggen dat we gebruik maken van symbolen en rituele handelingen.

Wie...

De leden van De Gooische Broederschap komen uit Hilversum en omgeving. In leeftijd variëren we van 36 tot 90 jaar. Verder kennen een grote diversiteit in religieuze achtergrond, arbeidsverleden, werkzaamheden en sociale activiteiten. Het gezamenlijk zoeken naar "waarheid", voor een ieder op zijn eigen pad, is wat ons bindt. Om ons echt te leren kennen, kun je kennismaken op een "Avond voor Belangstellenden", of This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. met ons opnemen voor een privé onderhoud.

Video Interviews

In zes filmpjes vertellen leden van De Gooische Broederschap over zichzelf en de vrijmetselarij. Over waarom ze vrijmetselaar zijn geworden. Over welke levensvragen aan de orde komen en wat er voor hen speelt.

>> Bekijk de video interviews


Geschiedenis

"De Gooische Broederschap" in Hilversum behoort met nummer 86 tot de oudere vrijmetselaarsloges in Nederland.

Vrijmetselarij kwam in Nederland in eerste instantie tot bloei in de grote steden, of andere plaatsen met veel handelscontacten. Ook universiteitssteden en garnizoensplaatsen deden mee. Zo zijn er meer dan tweehonderd jaar oude loges in Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, maar ook in Brielle, Breda, Deventer, Groningen, Haarlem, Kampen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Tiel, en Vlissingen.

In de "provincie" moesten de loges het vooral hebben van nieuwkomers; mensen die voor hun werk moesten verhuizen, zoals ambtenaren, onderwijzers, leraren  of rechters. In Hilversum was er vóór 1870 duidelijk geen voedingsbodem voor vrijmetselarij. Pas na de aanleg van de spoorlijn, toen Hilversum ging groeien en er veel mensen van buiten Hilversum in het dorp kwamen wonen, kwamen er ook vrijmetselaren naar Hilversum. Zij zijn, of worden, lid van loges in Amsterdam, maar ontmoeten elkaar ook in Hilversum. Om het verhaal over vrijmetselarij in Hilversum te vertellen, moeten we het doen met gebrekkige gegevens, zeker voor wat betreft de beginjaren. Toch zijn er uit het archief, wat tijdens de tweede wereldoorlog gedeeltelijk verloren is gegaan, nog verschillende feiten vast te stellen.

In 1885, toen Hilversum als groeiende forenzenplaats circa 10.000 inwoners telde, was er toen al door de in het Gooi wonende vrijmetselaren een maçonnieke vereniging opgericht onder de naam "Erica". Helaas zijn de namen van deze broeders niet meer te achterhalen. Wat wél terug te vinden is, is dat er in 1885 9 keer, in 1886 6 keer, en in 1887 en 1889 beide 1 keer, werd vergaderd. In de laatste vergadering deelt de secretaris mee, dat er geen financiële bijdrage van de broeders wordt gevraagd, omdat de geldmiddelen, hoewel gering, voldoende zijn om de kosten te dekken. Er ontbreken verder notulen van de vergaderingen, maar in 1892 blijkt "Erica" nog steeds te bestaan, wat blijkt uit latere mededelingen.

We vinden verder dat er in mei 1891 in café "De Pauw" aan de Vaartweg 54, waar nu het Gemeentelijk Gymnasium staat, een vergadering wordt belegd van vrijmetselaren uit Hilversum en Bussum. Er wordt ook hier een maçonnieke vereniging opgericht onder de naam ‘Exelsior’. Vrij regelmatig komen deze leden van "Exelsior' bijeen, beurtelings in Hilversum en Bussum. Een paar maanden later, in oktober 1891 besloten de leden om een constitutiebrief aan te vragen, om een eigen loge op te kunnen richten. Maar dit besluit kreeg geen gevolg en leidde tot onenigheid. Teveel leden bleven liever lid van hun loge in Amsterdam.

In 1892 doet een zekere broeder Kempff het voorstel om te proberen toenadering te zoeken tot  leden of vroegere leden van de maçonnieke vereniging "Erica". Hij bepleit een samensmelting van deze beide verenigingen. Een commissie wordt benoemd om dit voorstel verder uit te werken. Op 3 maart 1892 zijn de Broeders van "Erica" en "Excelsior" in vergadering bijeen en wordt tot opheffing van beide verenigingen besloten. Daarna moet er een nieuwe vereniging worden opgericht. Een bestuur wordt gekozen, waarin zowel oudleden van "Erica" als "Excelsior" zitten. Voorzitter wordt broeder Jager (van "Erica"). Een moeilijkheid blijkt het zoeken naar een naam voor de nieuwe vereniging. Een uitvoerige discussie ontstaat. Oudleden van "Excelsior" doen het sportieve voorstel om de oudleden van "Erica" een naam uit laten kiezen. Broeder Jager meent echter dat het beter is dat ieder die aanwezig is een naam op een briefje schrijft, om dan later over alle opgegeven namen te discussiëren. Aldus wordt besloten, en bij opening der briefjes blijkt geen enkel briefje de naam "Erica" te bevatten, en maar een paar de naam "Exelsior". Op de overgrote meerderheid van de briefjes staat:

"De Gooische Broederschap"

Zonder verdere discussie wordt deze naam aangenomen, waarbij de voorzitter de broeders bedankt voor verdraagzaamheid, omdat zij bereid waren hun oorspronkelijke namen te hebben willen prijsgeven ter bevordering van een goede onderlinge verstandhouding. In een volgende vergadering word het ontworpen reglement aangenomen en de vereniging wettig gemaakt. Uit de verslagen tot het jaar 1894 blijkt dat de vergaderingen regelmatig om de veertien dagen plaats vinden, beurtelings in Hilversum en Bussum.

Vanaf 1894 tot en met 1896 zijn er geen verslagen of notulen meer te vinden. Dat is jammer, omdat zo in deze periode een bijzondere gebeurtenis zonder commentaar blijft. Op 13 maart 1896 is namelijk een aanvraag ingediend bij het ordebestuur om een reguliere loge te stichten in Hilversum. Het ordebestuur heeft hier in toegestemd. Het gevolg hiervan was dat met ingang van 21 juni 1896 door het Grootoosten de Nederlanden, onder het voorzitterschap van de Grootmeester G. Vas Visser, een constitutiebrief is verleend aan de loge "De Gooische Broederschap", gevestigd te Hilversum, met als rangnummer 86. Het was echter een loge met een "beperkte werkkring";  dat wil zeggen dat er geen nieuwe kandidaten als Vrijmetselaar mochten worden aangenomen.

Volgens deze constitutiebrief zijn de namen van de oprichters:

  • W.J.H. Bake
  • J.W. Kempff Jr.
  • W. Smeets
  • A. Wassink
  • H.W.Th. Walter
  • G. de Kruijff van Dorssum
  • L. Jutte
  • E. Donkersloot

Donkerblauw met oranje biezen werden gekozen als  "kleur van de loge".


Vrijmetselarij in het Gooi

"De Gooische Broederschap" was de eerste loge die in het Gooi werd opgericht. Het zou echter niet bij één loge blijven. Vaak wanneer een loge te groot wordt en de onderlinge banden daardoor wat minder, wordt door een aantal broeders het plan opgevat om een nieuwe loge te stichten. Ook ontstaat een dergelijke gedachte wanneer een deel van de broeders in een andere plaats woont en daar dan "voor zichzelf wil beginnen".



In 1919 werd zo in Bussum de loge "In Vrijheid Een" opgericht. De naam geeft wel aan dat de vrijheidszin van "De Gooische Broederschap" in deze naam bewaard is gebleven.  In 1932 werd opnieuw uit de "De Gooische Broederschap" een nieuwe loge gesticht in Baarn onder de naam "Eemland". In 1949 nam een tiental broeders het initiatief om  een tweede loge in Hilversum te stichten. Hoewel niet van harte wilde het bestuur van "De Gooische Broederschap" daaraan uiteindelijk wel meewerken. Maar het had nog heel wat voeten in de aarde om allerlei zaken te regelen, zoals de financiën en het gebruik van het logegebouw. Toen alles rond was, werd op 27 november 1950 de nieuwe loge "Opgang" geïnstalleerd. Van "De Gooische Broederschap" lieten 22 broeders zich overschrijven naar de nieuwe loge.



De Vrijmetselarij groeide en bloeide in het Gooi. In 1956 werd in Naarden een nieuwe loge opgericht onder de naam "Jan Amos Comenius". In Hilversum werd in 1964 zelfs een derde loge "Wolfgang Amadeus Mozart" gesticht. Wederom liet een aantal leden van "De Gooische Broederschap"  en van "Opgang" zich overschrijven naar de nieuwe loge. Deze loge zette de vrijzinnige traditie van het Gooi voort middels een eigen interpretatie van de ritualen. 
In 1976 werd in Huizen een loge opgericht met als naam "Scharende Broeders". 
Vanuit leden van met name de loges in Huizen en Bussum werd later het initiatief genomen om een loge te vestigen in het snel groeiende Almere. Op 21 oktober 1995 werd daar de loge "Herrezen Land" geïnstalleerd.

1895 Tessle House

7

9

11