De Gooische Broederschap
We zijn sinds 1896 een reguliere vrijmetselaarsloge in Hilversum. Daarmee zijn we de oudste loge in het Gooi. "Regulier" wil zeggen dat we erkend worden door het "Grootoosten der Nederlanden", dat op zijn beurt weer wordt erkend door de "United Grand Lodge of England".
Wij vormen een actieve vrijmetselaarsloge met 32 leden. We proberen van elkaar te leren, en zo onze "geest en gemoed" te ontwikkelen. We hanteren daarbij de "maçonnieke methode", dat wil zeggen dat we gebruik maken van symbolen en rituele handelingen.
Wie...
De leden van De Gooische Broederschap komen uit Hilversum en omgeving. In leeftijd variëren we van 36 tot 90 jaar. We kennen verder een grote diversiteit in religieuze achtergrond, arbeidsverleden, en sociale activiteiten. Maar het gezamenlijke zoeken naar "waarheid", voor een ieder op zijn eigen pad, is wat ons bindt. Om ons echt te leren kennen, kun je kennismaken op een "Avond voor Belangstellenden", of
Video Interviews
In zes filmpjes vertellen leden van De Gooische Broederschap over zichzelf en de vrijmetselarij. Over waarom ze vrijmetselaar zijn geworden. Over welke levensvragen aan de orde komen en wat er voor hen speelt.
>> Bekijk de video interviews
Geschiedenis
"De Gooische Broederschap" in Hilversum behoort met nummer 86 tot de oudere loges in Nederland.
Vrijmetselarij kwam in Nederland in eerste instantie tot bloei in de grote steden, of andere plaatsen met veel handelscontacten. Ook universiteitssteden en garnizoensplaatsen deden mee. Zo zijn er meer dan tweehonderd jaar oude loges in Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, maar ook in Brielle, Breda, Deventer, Groningen, Haarlem, Kampen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Tiel, en Vlissingen.
In de "provincie" moesten de loges het vooral hebben van nieuwkomers; mensen die voor hun werk moesten verhuizen, zoals onderwijzers, ambtenaren, of rechters. In Hilversum was er vóór 1870 duidelijk geen voedingsbodem voor vrijmetselarij. Pas na de aanleg van de spoorlijn, toen Hilversum ging groeien en er veel mensen van buiten Hilversum naar het dorp kwamen om te wonen, kwamen er ook vrijmetselaren in Hilversum. Zij kwamen voornamelijk van loges uit Amsterdam, en begonnen elkaar ook in Hilversum te ontmoeten. Om dat verhaal te vertellen, moeten we het helaas doen met gebrekkige gegevens, zeker voor wat de beginjaren betreft. Toch zijn er uit het archief, wat tijdens de tweede wereldoorlog gedeeltelijk verloren is gegaan, nog verschillende feiten vast te stellen.
In 1885, toen Hilversum als groeiende forenzenplaats circa 10.000 inwoners telde, was er al door in het Gooi wonende vrijmetselaren een maçonnieke vereniging opgericht, met als naam "Erica". De namen van deze mannen zijn niet bekend. Wat wél terug te vinden is, is dat er in 1885 9 keer, in 1886 6 keer, en in 1887 en '89 beide 1 keer, werd vergaderd. In deze vergadering deelt de secretaris mee, dat er geen financiële bijdrage van de broeders wordt gevraagd, omdat de geldmiddelen, hoewel gering, voldoende zijn om de kosten (van zaalhuur?) te dekken. Er ontbreken verdere notulen van de vergaderingen, maar in 1892 blijkt "Erica" nog steeds te bestaan. Dit blijkt uit latere mededelingen.
Want we vinden dat er in mei 1891 in café "De Pauw" aan de Vaartweg 54, waar nu het Gemeentelijk Gymnasium staat, een vergadering wordt belegd van vrijmetselaren uit Hilversum en Bussum. Opnieuw wordt er een maçonnieke vereniging opgericht, nu onder de naam "Exelsior". Vrij regelmatig komen deze leden bijeen, beurtelings in Hilversum en Bussum. Een paar maanden later, in oktober 1891 besluiten de leden van "Exelsior" om een constitutiebrief aan te vragen, om een eigen loge op te kunnen richten. Maar dit besluit krijgt geen gevolg en leidt tot onenigheid. Teveel leden bleven toch liever lid van hun loge in Amsterdam.
In 1892 doet een zekere broeder Kempff het voorstel om te proberen toenadering te zoeken tussen de leden en oud-leden van de maçonnieke vereniging "Erica" en "Exelsior". Hij bepleit een samensmelting van deze beide verenigingen. Een commissie wordt benoemd om dit voorstel uit te werken. Op 3 maart 1892 zijn de Broeders van "Erica" en "Excelsior" in vergadering bijeen en wordt tot opheffing van beide verenigingen besloten. Daarna moet er een nieuwe vereniging worden opgericht. Een bestuur wordt gekozen, waarin zowel oudleden van "Erica" als "Excelsior" zitten. Voorzitter wordt broeder Jager (van "Erica"). Een moeilijkheid blijft het zoeken naar een nieuwe naam voor deze nieuwe vereniging. Een uitvoerige discussie ontstaat. Oudleden van "Excelsior" doen het sportieve voorstel om de oudleden van "Erica" een naam te laten uitkiezen. Broeder Jager meent echter dat het beter is dat ieder die aanwezig is een naam op een briefje schrijft, om dan later over alle opgegeven namen te discussiëren. Aldus wordt besloten, en bij het openen van de briefjes blijkt er geen enkele de naam "Erica" te bevatten, en maar een paar met de naam "Exelsior". Op de overgrote meerderheid van de briefjes staat: "De Gooische Broederschap"
Zonder verdere discussie wordt deze naam aangenomen, waarbij de voorzitter de broeders bedankt voor de verdraagzaamheid, omdat zij bereid waren hun oorspronkelijke namen prijs te geven, ter bevordering van een goede verstandhouding. In een volgende vergadering word het ontworpen reglement aangenomen en de vereniging wettig gemaakt. Uit de verslagen tot het jaar 1894 blijkt dat de vergaderingen regelmatig om de veertien dagen plaats vonden, beurtelings in Hilversum en Bussum.
Van 1894 tot en met 1896 zijn er geen verslagen of notulen meer te vinden. Dat is jammer, omdat zo in deze periode een bijzondere gebeurtenis zonder beschrijving blijft. Op 13 maart 1896 is er namelijk een aanvraag ingediend bij het hoofdbestuur van de orde om een reguliere loge te mogen stichten in Hilversum. Het ordebestuur stemt hiermee in, en op 21 juni 1896 wordt door het Grootoosten der Nederlanden (de jaarlijkse landelijke vergadering) een constitutiebrief verleend. Het werd echter een loge met een "beperkte werkkring"; dat wil zeggen, de loge beschikte niet over een ruimte waarin de ceremonie van aanneming van nieuwe leden kon plaatsvinden. Het huren van het logegebouw in Amsterdam bleef hiervoor nodig. Volgens deze constitutiebrief zijn de namen van de oprichters:
- W.J.H. Bake
- J.W. Kempff Jr.
- W. Smeets
- A. Wassink
- H.W.Th. Walter
- G. de Kruijff van Dorssum
- L. Jutte
- E. Donkersloot
Pas nadat het gebouw "De Vereeniging" door de Nederlandse Protestanten Bond was gerealiseerd aan de Oude Enghweg 19 in Hilversum, werd de Gooische Broederschap in 1905 een loge met "volledige werkkring". Er werd een zaal gehuurd voor op de donderdagavond, en de kerk kon worden bijgehuurd voor de ceremonies.
Vrijmetselarij in het Gooi
"De Gooische Broederschap" was zo de eerste loge die in het Gooi werd opgericht. Het zou echter niet bij één loge blijven. Vaak wanneer een loge te groot wordt en de onderlinge banden daardoor wat minder, wordt er vaak door een aantal broeders het plan opgevat om een nieuwe loge te stichten. Ook ontstaat een dergelijke gedachte wanneer een deel van de broeders in een andere plaats woont en daar "voor zichzelf wil beginnen".
In 1919 werd zodoende in Bussum de loge "In Vrijheid Een" opgericht. Een naam die aangeeft dat de vrijheidszin van "De Gooische Broederschap" in bewaard is gebleven. In 1932 werd er opnieuw uit de "De Gooische Broederschap" een nieuwe loge opgericht in Baarn onder de naam "Eemland". In 1949 nam een tiental broeders het initiatief om een tweede loge in Hilversum te stichten. Hoewel niet van harte wilde het bestuur van "De Gooische Broederschap" daaraan uiteindelijk wel meewerken. Maar het had nog heel wat voeten in de aarde om allerlei zaken te regelen, zoals de financiën en het gebruik van het gebouw. Toen alles rond was, werd op 27 november 1950 de nieuwe loge "Opgang" geïnstalleerd. Van "De Gooische Broederschap" lieten 22 broeders zich overschrijven naar de nieuwe loge.
De Vrijmetselarij groeide en bloeide in het Gooi. In 1956 werd in Naarden een nieuwe loge opgericht onder de naam "Jan Amos Comenius". In Hilversum werd in 1964 zelfs een derde loge "Wolfgang Amadeus Mozart" gesticht. Wederom liet een aantal leden van "De Gooische Broederschap" en van "Opgang" zich overschrijven naar de nieuwe loge. Deze loge zette dezelfde vrijzinnige traditie in het Gooi voort middels een eigen interpretatie van de ritualen.
In 1976 werd er in Huizen de loge "Scharende Broeders" opgericht.
Zo komen er in het logegebouw in Bussum vanf dat moment ook 3 loges bijeen. In de loop van de jaren 1980 kregen deze loges ook aanwas van leden die in het snelgroeiende Almere woonden. Vanuit deze werd later het initiatief genomen om een loge te vestigen in Almere. Op 21 oktober 1995 werd daar tenslotte de loge "Herrezen Land" geïnstalleerd.


